Waarom een gereformeerde hermeneutiek? Deze grote vraag, gesteld naar aanleiding van de verschijning van Gereformeerde Hermeneutiek Vandaag. Theologische Perspectieven (Vuurbaak 2017), splits ik op in een aantal kleinere vragen, die ik achtereenvolgens zal beantwoorden:
- Wat is hermeneutiek?
- Waarom hermeneutiek?
- Wat is er gereformeerd aan dit boek?
- Waarom moeilijk doen en je begeven in taalfilosofische bespiegelingen?
1. Wat is ‘hermeneutiek’?
Hermeneutiek werd vroeger vooral opgevat als de kunst van het uitleggen van teksten. In de 19e en 20e eeuw is hermeneutiek gaandeweg verbreed tot bezinning op verstaansprocessen.
Dat hoeft neocalvinisten niet te verbazen. Mensen hebben immers een wereldbeschouwing, een geloofsvooroordeel. Voeg daar aan toe dat mensen een zelfbeeld en een godsbeeld hebben. En dat godsbeeld, zelfbeeld en wereldbeeld meespelen in de uitleg van teksten. Maar ook dat de uitleg van teksten natuurlijk invloed moet hebben op godsbeeld, zelfbeeld en wereldbeeld. Dat hele complex vatten we tegenwoordig samen onder de noemer ‘hermeneutiek’: kritische bezinning op verstaansprocessen.
Nieuw is hierin overigens wel, dat het eigen perspectief van de uitlegger nadrukkelijk gethematiseerd wordt. Wie ben ik? En hoe beïnvloed dat mijn verstaan?
Besef daarbij goed dat kritische bezinning op verstaansprocessen niet in de plaats komt van het verstaan zelf. Om de Bijbel te lezen en op je eigen leven toe te passen, ben je niet afhankelijk van hermeneutiek. Hermeneutiek is een procesbegeleider. Het verstaansproces is niet van hermeneutiek afhankelijk. Verstaan is mogelijk, maar gaat vaak niet vanzelf. Dat brengt bij de tweede vraag.
2. Waarom hermeneutiek?
Daarvoor zijn theologische redenen aan te voeren en historische. Theologisch zijn er twee redenen:
- wij zijn goed door God geschapen als mensen. We hebben geen God’s eye point of view. We zijn geschapen met een lichaam, in de ruimte, in de tijd, en we spreken een taal om de wereld ter sprake te brengen en over de wereld te communiceren
- we zijn gevallen schepselen. Zonde, meertaligheid, leugen, koppigheid enzovoort zorgen ervoor dat verstaan niet vanzelf gaat. Misverstaan hoort bij het leven.
Wij verstaan ten dele. Als onze beste werken zijn met zonde bevlekt.
Wat dit allemaal betekent, zijn we ons de afgelopen twee eeuwen steeds meer bewust geworden. We zijn historische wezens en nu verschilt van toen. We zijn contextuele wezens en onze context hier verschilt van daar. De linguistic turn heeft ons bewust gemaakt van de invloed van onze taal: wij spreken een andere taal dan zij. De ‘meesters van het wantrouwen’, Nietzsche, Freud en Marx, hebben ons bewust gemaakt van machtsmisbruik, van de sturende rol van onze belangen, van de invloed van het onderbewuste. De postmoderniteit heeft ons geconfronteerd met onze perspectiviteit en met onze blinde vlekken.
Als we willen verstaan, is de vraag steeds belangrijker geworden: wie ben ik? Waar ben ik? Wat zijn mijn vragen, mijn belangen, mijn interesses? Heb ik werkelijk een open attitude? Kan ik werkelijk zien en horen en verstaan, of zit ik mezelf in de weg? Hermeneutiek staat in dienst van zelfkritiek, eerlijkheid en een echte ontmoeting met de werkelijkheid van de (A)nder.
Wij kunnen niet negeren dat ons verstaan maar ten dele is. Wij moeten dus reflecteren op het mislukken van ons verstaan, op de invloed van onze historiciteit, taligheid, contextualiteit, lichamelijkheid, zondigheid. Het gevolg van dit hermeneutische bewustzijn leidt onmiskenbaar tot een relativering. Hoe zeker is mijn kennis?
Toch vind ik het ergens verbazingwekkend als een christen daarvan schrikt. Ook ons verstaan is met zonde bevlekt. Zijn we dan rechtvaardig door onze werken, onze kennis, onze Bijbeluitleg? Nee, alleen door geloof in Jezus Christus, dat een geschenk is van Gods Geest.
Die relativerende werking brengt me bij twee valkuilen in de omgang met verstaansproblemen:
- Het ontkennen, minimaliseren of overschreeuwen van de problemen. Dan beland je in een onhermeneutische positie. Dit gevaar dreigt voor mensen met een hoge openbarings- en schriftvisie
- Relativisme. Vaak ontstaat dit in reactie op de eerste valkuil. Je kunt met de Bijbel alle kanten op, wat kan ik nog met de Bijbel? En dan is er ook zomaar de vraag: Wat kan ik nog met God?
Om beide valkuilen te voorkomen, is hermeneutiek – reflectie op verstaansprocessen en verstaansproblemen – broodnodig.
3. Wat is er gereformeerd aan dit boek?
Aan de hand van drie keer twee posities breng ik eerst het veld van de hermeneutiek in kaart. a.1 Liberale hermeneutiek: de lezer kijkt vanuit de moderne wereld beoordelend naar de tekst, die een weerslag is van ervaringen met God, in een andere context. Een modern wereldbeeld stuurt de interpretatie en bepaalt wat voor ons nog aanvaardbaar is.
- a.2 Correlatie-hermeneutiek: het perspectief van de tekst en het perspectief van de lezer worden met elkaar in gesprek gebracht en interpreteren elkaar wederzijds. De perspectieven zijn gelijkwaardig en een hermeneutische theorie wordt sturend in dit proces.
- b.1 Nieuwe hermeneutiek: centraal staat een herscheppend taalgebeuren dat ons Gods-, zelf- en wereldverstaan verandert. Dit taalgebeuren dreigt zelf het centrale heilsgebeuren te worden. Aan de wereld achter de tekst (Gods handelen, historische Jezus, heilsgeschiedenis) wordt tekort gedaan.
- b.2 Postliberale hermeneutiek: omdat de tekst van het verhaal onze ervaring pas mogelijk maakt, moeten wij in de tekst getrokken worden en vanuit het verhaal onze wereld gaan ervaren. Risico is hier dat alles verhaal wordt en de wereld buiten de tekst op de achtergrond verdwijnt.
- c.1 Postmoderne hermeneutiek: de tekst wordt met wantrouwen bekeken vanwege de macht die de tekst uitoefent. De tekst wordt gedeconstrueerd om de onderdrukte ander te redden van de tekst. De tekst zelf komt weinig meer aan het woord.
- c.2 Bevrijdingstheologische hermeneutiek: lezen staat in dienst van bevrijding, hetzij van een onderdrukte partij buiten de tekst (de moderne variant), hetzij van de onderdrukte partij in de tekst (meer postmodern). De soteriologie hierachter is beperkt: het gaat om bevrijding van onrecht in het heden.[1]
Hieruit blijkt dat een aantal zaken van belang zijn in dit hermeneutische veld:
- Hoe verhoudt de tekst zich tot de lezer?
- Wat is ‘heil’ in deze hermeneutiek?
- Wat is er buiten de tekst: is er ruimte voor reëel handelen van God, voor een God die zich bekend maakt, voor een historische Jezus die is opgestaan uit de dood, voor een reële eschatologie?
- Uiteraard is steeds de beoordeling van de resultaten van de historisch kritische Bijbelwetenschap hier op de achtergrond een belangrijke factor. Daarbij speelt de vraag naar openbaring een rol. Is openbaring alleen zelf-openbaring of openbaart God ook zijn wil over ons leven?[2]
Vervolgens: wat is gereformeerd? Ik geef vijf karakteristieken:[3]
- De intentie om theologie op een trinitarische wijze te beoefenen en aandacht te geven aan de volle breedte van Gods werk in schepping en herschepping
- De wens om recht te doen aan al de Schriften van Oud en Nieuw Testament
- Het besef van de centrale betekenis van verzoening in Christus en gemeenschap met hem
- De overtuiging dat als gevolg van de verdorvenheid van de mens en van ons theologisch denken, we helemaal aangewezen zijn op Gods verkiezing en genade en op het verlichtende werk van de Heilige Geest
- Aandacht voor verbond en kerk
Aan de hand van deze vijf kenmerken is Gereformeerde Hermeneutiek Vandaag te positioneren binnen het veld van de theologische hermeneutiek.
1. Nadenken over schrift en hermeneutiek begint niet bij mensen maar bij God. Het moet gezien worden binnen het handelen van de drie-enige God. Hij zoekt ons, gevallen mensen, om onze God te zijn in Christus en door de Heilige Geest. Hij gebruikt de Schrift om zijn heilzame gezag over ons leven uit te oefenen; om ons gelijkvormig aan Christus te maken en zo zijn beeld in ons te herstellen.
Er is dus meer dan een verhaal, meer dan tekst. God is in de heilsgeschiedenis en in de geschiedenis van Christus aan het werk om heel de gevallen schepping te herscheppen en zijn koninkrijk te laten komen. De soteriologie begint bij de verzoening van onze zonden, maar heeft een holistisch karakter: heel het bestaan zal bevrijd en genezen worden.
2. Het luisteren naar de Schrift staat centraal in de hermeneutische beweging van de theologie.[4] Het geheel van de Schrift is canon en daarom voor de theologie van belang. De Schrift verdient het dat we haar met diep respect benaderen en willen luisteren naar wat God ons te zeggen heeft. Wanneer gesproken wordt van ‘theodrama’, wordt daarin het heilshistorische denken hernomen. Israël krijgt daarin nadrukkelijk een plaats. Nieuw is het besef dat we de geschiedenis alleen tot onze beschikking hebben in de vorm van verhalen; en dat de heilsgeschiedenis niet op afstand blijft maar wijzelf daarin delen omdat we delen in de geschiedenis van Jezus Christus. Jezus Christus en zijn opstanding bepalen ook het perspectief op de heilsgeschiedenis. De hele Bijbel zal dus tot zijn recht moeten komen als canon, maar in het licht van een christocentrisch perspectief.
3. Centraal staat het solus Christus. In Christus redt God ons, in Christus krijgt de Bijbel samenhang, Gods Geest gebruikt de Bijbel om het goede nieuws van Christus bekend te maken en ons gelijkvormig te maken aan Christus.
Dat is van betekenis voor de vernieuwing van ons eigen perspectief op de Schrift. Dat wij delen mogen in de gezindheid van Christus en als zijn leerlingen de Schrift lezen, is van groot hermeneutisch belang. We lezen de Schrift in onze eenheid met Hem.
4. Centraal staat in onze hermeneutiek de dynamiek van zonde en genade. We zijn gevallen mensen die geen gevoel voor God meer hebben. Zonder de vernieuwing van ons verstaan, zonder het werk van de Heilige Geest die ons verlicht en leidt en ons laat delen in Christus, zal niet tot ons door dringen waar het in de Bijbel om gaat. Verstaan is niet maakbaar, maar een genadegave van God. Spreken in termen van hermeneutische competentie past teveel bij maakbaarheid. Hermeneutiek is een kunst; het komt aan op vorming van attitudes en op openheid voor te ontvangen inzicht, voor geschonken verstaan.
5. Tot slot: centraal in het theodrama zijn verschillende momenten waarop een verbond gesloten wordt. De verschillende verbondssluitingen hebben dus een belangrijke rol in de structurering van het theodrama. Theodrama is verbondsgeschiedenis.
Ook de kerk is hermeneutisch van groot belang. Verstaan doe je niet alleen, maar in de breedte van kerk en traditie. Binnen de kerk worden lezers hermeneutisch gevormd, binnen de gemeenschap worden lezingen en exegeses getoetst.
Dus alle vijf karakteristieken van de gereformeerde traditie zijn kenmerkend voor Gereformeerde Hermeneutiek Vandaag.
De lezer staat niet boven de Schrift of op gelijke voet, maar staat onder de drievuldige God die door de Schrift zijn heilzame gezag over ons uitoefent. Dat is een belangrijk verschil met een liberale of een correlatie-hermeneutiek. Met de nieuwe hermeneutiek en postliberale hermeneutiek zien we dat Gods Woord uit is op de transformatie van ons leven, maar heil is niet op te sluiten in het verhaal of in de taal. Heil begint bij de verzoening van onze zonden en omvat de herschepping van heel het leven. Dat omvat dus bevrijding zoals bevrijdingstheologische hermeneutieken benadrukken, maar meer dan dat. Vanwege de zonde is deze hermeneutiek zelfkritisch en soms vol wantrouwen vanwege menselijk machtsmisbruik waar postmoderne hermeneutiek zo’n scherp oog voor heeft, maar de tekst van de Schrift wordt met vertrouwen benaderd.
4. Tot slot: waarom die moeilijke taalfilosofische overwegingen
in het tweede deel van mijn artikel (paragraaf 5 van hoofdstuk 2 in de bundel)?
Het model van een teken als een drieplaatsige relatie met daarbij een persoonlijk gekleurde ‘significance’ kan gebruikt worden om het belang van verschillende hermeneutische perspectieven te tonen.
Bijbellezen kan niet zonder historische interesse, zonder realistische heilsleer. De Bijbel gaat over de werkelijkheid van Gods handelen, in heden, verleden en toekomst. Er is een wereld achter de tekst. Dat is het gelijk van de traditionele gereformeerde exegese.
Aandacht voor de wereld van de tekst zelf is ook belangrijk. Tekens krijgen betekenis door hun onderlinge relaties. De tekst valt te bestuderen in retorische, narratieve, structuralistische en Bijbelstheologische analyses. Synchrone benaderingen hebben hun goed recht, evenals Bijbelse theologie.
Maar we moeten niet bang zijn voor subjectiviteit of gezonde bevindelijkheid. De tekst wil ons veranderen, God wil door de tekst onze wereld – de wereld voor de tekst – transformeren. En dat begint bij een nieuwe manier van denken, een nieuwe kijk op de wereld.
Omdat ieder mens anders is, zal dat ook voor ieder mens, in iedere context, een eigen kleur krijgen. Contextualiteit is een reëel theologisch gegeven. Het probleem van het relationele waarheidsbegrip van het rapport God met ons was niet dat hier aandacht voor werd gevraagd. Het probleem was dat onvoldoende helder werd wat hier precies mee bedoeld werd.[5] Met het model van een teken als een drieplaatsige relatie is dit mijns inziens beter te begrijpen.
Niet iedereen hoeft dit te volgen. Van een gereformeerde hermeneut mag echter verwacht worden dat hij / zij niet in eenzijdigheden vervalt. Taalfilosofische bespiegelingen kunnen helpen om verschillende hermeneutische benaderingen in hun samenhang te begrijpen.
Zoals het geldt voor hermeneutiek als geheel: niet iedereen hoeft een hermeneutisch getrainde theoloog te zijn om Bijbel te kunnen lezen. Maar hermeneutiek helpt wel om het verstaan van de Bijbel te verbeteren in het geval van verstaansproblemen. Als procesbegeleider – niet meer en niet minder.
Deze tekst is 29 september 2017 door dr. Hans Burger uitgesproken tijdens studiedag God, mens en wereld verstaan in het licht van de Bijbel, n.a.v. de verschijning van Ad de Bruijne en Hans Burger (red.), Gereformeerde Hermeneutiek Vandaag. Theologische perspectieven.
Eindnoten
[1] Voor een overzichten van posities in de theologische hermeneutiek, zie Rick Benjamins, Jan Offringa, Wouter H. Slob (red.),
Liberaal Christendom: Ervaren, Doen, Denken (Vught: Skandalon 2016), 12-42; Arie Zwiep,
Tussen tekst en lezer: een historische inleiding in de Bijbelse Hermeneutiek, 2 delen (Amsterdam: VU University Press 2009 en 2014).
[2] Een hermeneutische positie wordt altijd nader ingevuld door theologische overtuigingen. Daarom is de vraag altijd met welke visie op schrift en openbaring een hermeneutiek gecombineerd wordt. Daarover gaat de bundel niet of nauwelijks omdat het een bundel is over hermeneutiek. Niettemin, achter de bundel ligt wel een hoge waardering voor de Schrift als Gods woord. Tegelijk ligt er voor de gereformeerde theologie nog wel huiswerk als het gaat om Schrift- en openbaringsleer.
Nicholas Wolterstorff heeft laten zien hoe de Bijbel gelezen kan worden als Woord van God. Zie Hans Burger, ‘God spreekt. Wolterstorff over het Woord van God’, in Robert van Putten, Bart Cusveller, Rob Nijhoff (red.),
Denken om shalom. De praktische filosofie van Nicholas Wolterstorff (Buijten & Schipperheijn Amsterdam 2017), 139-154. Hij gaat echter niet in op de vraag waarom God deze teksten als canon en als zijn Woord gebruikt. Wat zegt dat over de Heilige Schriften? Een goede Schriftleer moet hier iets over zeggen en daarin aansluiten bij de stand van de Bijbelwetenschap op dit moment. Daar ligt voor de gereformeerde dogmatiek het nodige werk te doen, waarin Bijbelwetenschappers en systematisch theologen elkaar nodig hebben.
[3] Ontleend aan het onderzoeksprogramma systematische theologie van de Theologische Universiteiten van Kampen en Apeldoorn, 2002-2007. Zie Hans Burger, Being in Christ (Eugene OR 2008), 12.
[4] Zie hoofdstuk 13 van
Gereformeerde Hermeneutiek Vandaag, vooral p. 276-282.
[5] T. Baarda, A. C. Hofland,
God met ons: over de aard van het Schriftgezag (Leusden: Informatiedienst van de Gereformeerde Kerken 1981).